zaterdag 29 augustus 2015

Jong geleerd, oud gedaan!

Het is al lang bekend dat hoe jonger je bent hoe beter je een vreemde taal leert.

Jonge kinderen vinden het geweldig om nieuwe woorden te leren. Weten hoe je de naam van een dier of een voorwerp in een andere taal zegt geeft kinderen een gevoel van 'groot' zijn. Voor leerkrachten is het heel eenvoudig om een omgeving te scheppen waarin op een speelse manier wordt geleerd. Een liedje kan gebruikt worden om nieuwe woorden in het Engels te introduceren. Met het klappen van de handen en stampen van de voeten krijgen ze het lied razendsnel onder de knie. Dit type leren is kindgericht, stress-vrij en legt de nadruk op het plezier hebben in iets wat je lukt. Als dan op een later moment dezelfde woorden in een andere context worden gebruikt om betekenisvolle activiteiten mee te doen, krijgen de woorden nog meer gewicht en aandacht.

Een liedje over planten en bomen in de herfst maakt de kinderen nieuwsgierig naar de woorden. Al zwaaiend met de armen - takken die hun bladeren verliezen! - leren de kinderen hun eerste biologiewoordjes. Zo wordt het leren van 'specialistische' vakwoorden een spannende en avontuurlijke reis.

De kinderen kunnen daarna jonge plantjes in potten planten. De instructies hiervoor zijn in het Engels: korte zinnetjes, met veel plaatjes en de juf of meester doet het voor terwijl de kinderen volgen.

Oudere kinderen kunnen het proces eerst nog aan elkaar uitleggen. Zogenaamde 'peer to peer instruction' is laagdrempelig en veilig en schept plezier en vertrouwen. Als de kinderen nog wat onwennig zijn, geef ze dan een speaking frame: een blaadje met wat voorbeeldzinnetjes of tekeningen. Deze manier van scaffolding (stapsgewijs loslaten van begeleiding) is essentieel in CLIL en biedt kinderen steun en zekerheid bij het praten in de doeltaal.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten